Verschillenanalyse Begroting 2024 ten opzichte van Rekening 2022 en Begroting 2023 | |||||
Rekening 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Verschil t.o.v. 2022 | Verschil t.o.v. 2023 | |
1. Ruimtelijke ontwikkeling | -23.655 | -24.511 | -26.826 | -3.171 | -2.315 |
2. Landelijk gebied | -61.521 | -69.957 | -69.281 | -7.760 | 676 |
3. Bodem, water, milieu | -26.996 | -30.003 | -34.820 | -7.824 | -4.817 |
4. Energietransitie | -9.995 | -13.683 | -12.170 | -2.175 | 1.513 |
5. Bereikbaarheid I - Algemeen | -75.936 | -100.153 | -86.427 | -10.490 | 13.727 |
6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer | -193.026 | -203.370 | -180.360 | 12.666 | 23.010 |
7. Cultuur en erfgoed | -22.576 | -30.739 | -31.003 | -8.427 | -264 |
8. Economie | -17.243 | -21.230 | -10.105 | 7.139 | 11.125 |
9. Bestuur | -16.334 | -21.420 | -18.813 | -2.479 | 2.607 |
10. Overzicht overhead | -64.498 | -67.587 | -68.192 | -3.694 | -606 |
Totaal Lasten | -511.781 | -582.654 | -537.997 | -26.216 | 44.657 |
1. Ruimtelijke ontwikkeling | 9.954 | 1.031 | 1.462 | -8.492 | 431 |
2. Landelijk gebied | 13.270 | 4.557 | 4.156 | -9.114 | -401 |
3. Bodem, water, milieu | 3.630 | 5.119 | 1.548 | -2.082 | -3.571 |
4. Energietransitie | 888 | 1.755 | 520 | -368 | -1.235 |
5. Bereikbaarheid I - Algemeen | 5.214 | 4.151 | 2.428 | -2.786 | -1.723 |
6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer | 70.571 | 32.577 | 17.179 | -53.392 | -15.398 |
7. Cultuur en erfgoed | 285 | 0 | 997 | 712 | 997 |
8. Economie | 3.930 | 3.488 | 36 | -3.894 | -3.452 |
9. Bestuur | 2.508 | 1.050 | 606 | -1.903 | -444 |
10. Overzicht overhead | 5.556 | 5.541 | 4.149 | -1.408 | -1.393 |
Totaal Baten | 115.808 | 59.269 | 33.080 | -82.728 | -26.188 |
Saldo van de programma's | -395.973 | -523.385 | -504.917 | -108.944 | 18.468 |
Conform het BBV (artikel 19b) dienen in de toelichting op het 'Overzicht van lasten en baten' de aanmerkelijke verschillen te worden toegelicht. Via onderstaande toelichting wordt aan de verplichting invulling gegeven. Eerst worden de aanmerkelijke verschillen ten opzichte van de Begroting 2023 toegelicht, en vervolgens ten opzichte van de Jaarrekening 2022.
Toelichting verschillen ten opzichte van Begroting 2023 |
---|
De Begroting 2024 kent een lastensaldo dat circa € 44,6 miljoen lager is ten opzichte van de bijgestelde Begroting 2023 in de Zomernota 2023. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn als volgt:
- In de programma Ruimtelijke ontwikkeling zijn hogere lasten opgenomen voor implementatie van de Omgevingswet, zoals besloten in de Kaderbrief 2024. De lasten zijn tevens toegenomen vanwege het overbrengen van de lasten voor het Kansenmakersteam vanuit programma 9 Bestuur naar programma 1. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 1.5.
- In programma 2 zijn de lasten afgenomen omdat het incidentele budget voor uitvoering strategisch bosbeleid tot en met 2023 is opgenomen. Dit was besloten in de Kadernota 2022.
- In de programma Bodem, water en milieu zijn de lasten toegenomen van de uitvoering van het programmaplan Mooie en Veilige dijken, zoals besloten in de Kadernota 2022. In 2024 is tevens een budget opgenomen voor klimaatadaptatie, besloten in de Kaderbrief 2024;
- In programma Energietransitie zijn de lasten in 2024 lager omdat in het begrotingsjaar 2023 extra incidentele budgetten zijn opgenomen voor subsidies verduurzaming bebouwde omgeving en isolatievouchers voor woningeigenaren. Hiervoor heeft in 2023 een onttrekking aan de reserve energietransitie plaatsgevonden.
- In programma Bereikbaarheid Algemeen zijn de lasten lager door het aflopen van incidentele budgetten voor het programma Fiets en door kasritmeverschillen met programma Bereikbaarheid 2019-2023;
- In programma Bereikbaarheid OV zijn de lasten lager doordat de Regiotaxi taken worden overgedragen van de provincie naar de gemeenten en lagere geraamde lasten voor de concessie omdat er hogere reizigersopbrengsten worden verwacht;
- In programma Cultuur en erfgoed bestaat uit saldo uit lagere subsidielasten vanwege het amendement 29 bij de vaststelling van de Programmabegroting 2023, Werk maken van restauratieachterstand rijksmonumenten en hogere lasten omdat het beleidsdoel 8.5 “De bezoekerseconomie is sterk” met betrekking tot recreatie is overgebracht van programma 8 naar programma 7.
In het Cultuur- en Erfgoedprogramma is er een saldo ontstaan als gevolg van het amendement bij de Programmabegroting 2023, genaamd 'Werk maken van restauratieachterstand rijksmonumenten.' Dit amendement voorzag in een extra budget van 5 miljoen euro voor het jaar 2023 om de restauratie van rijksmonumenten te ondersteunen. Dit leidde tot lagere subsidielasten voor dat jaar. Tegelijkertijd zijn de lasten verhoogd omdat het beleidsdoel 8.5, gericht op het versterken van de bezoekerseconomie, is overgebracht van programma 8 naar programma 7.
- In programma Economie zijn lagere subsidiebudgetten geraamd voor de beleidsdoelen Bedrijven zijn innovatief sterk en Voldoende vestigingsmogelijkheden, zoals uitvoering van de MIT-regeling en het beleidsdoel 8.5 “De bezoekerseconomie is sterk” met betrekking tot recreatie is overgebracht naar programma 7.
- In programma Bestuur zijn de lasten lager door de overheveling van het Kansenmakersteam naar programma 1 Ruimtelijke Ontwikkeling en lagere materiële lasten.
- Bij de overhead zijn de lasten per saldo gestegen door met name de voorstellen opgenomen in de Kaderbrief 2024.
De Begroting 2024 kent een batensaldo dat € 26,2 miljoen lager is ten opzichte van de Begroting 2023. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn als volgt:
- In programma Bodem, water, milieu zijn in 2023 baten van het Rijk opgenomen vanuit een specifieke uitkering;
- In programma Energietransitie zijn in 2023 baten van het Rijk opgenomen vanuit een specifieke uitkering;
- In programma Bereikbaarheid – Algemeen zijn door de afloop van het programma Fiets ook de baten van gemeenten lager;
- In programma Bereikbaarheid – OV zijn de baten voornamelijk lager door afloop van de taken met betrekking tot de Regiotaxi.
- In programma Economie zijn de baten lager door het overbrengen van het beleidsdoel “De bezoekerseconomie is sterk” naar programma 7 en lagere baten uit een specifieke uitkering van het Rijk.
- Bij de overhead zijn de baten lager vanwege lagere huuropbrengsten omdat huren voor vluchtelingenhuisvesting (nog) niet volledig zijn meegenomen (deze worden achteraf 1-op-1 doorbelast).
Saldo neutrale wijzigingen tussen programma's
- In programma Cultuur en erfgoed zijn baten opgenomen doordat het beleidsdoel “De bezoekerseconomie is sterk” met betrekking tot recreatie is overgebracht van programma 8 naar programma 7.
- In programma Bestuur zijn de baten lager door de overheveling van het Kansenmakersteam naar programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling. De baten van het Rijk en gemeenten zijn ook overgegaan naar dit programma.
Toelichting verschillen ten opzichte van Jaarrekening 2022 |
---|
De Begroting 2024 kent een lastensaldo dat circa € 26,2 miljoen hoger is dan de realisatie in de Jaarrekening 2022. Enkele verklaringen hiervoor zijn als volgt:
- In algemene zin geldt dat diverse intensiveringen en nieuwe beleidsvoornemens meerjarig zijn verwerkt vanuit de Kadernota 2023 en Kaderbrief 2024, die in 2022 nog niet begroot waren.
- In de jaarrekening was sprake van een forse onderbesteding ten opzichte van de begrotingsraming.
De grootste afwijkingen (hogere lasten) zien terug te vinden bij de volgende programma’s
- Programma Bereikbaarheid I – Algemeen. Belangrijkste oorzaken voor de toename zijn de uitvoering en subsidiering van de Doorfietsroutes die in 2022 deels doorgeschoven zijn naar toekomstige jaren en de uitgaven ten behoeve van de Regionale programma’s lagen in 2022 lager dan nu opgenomen in de Begroting 2024, omdat in 2022 minder subsidies verstrekt zijn.
- Programma Cultuur en erfgoed als gevolg van de toevoeging van beleidsdoel 7.4 Recreatie (“Het integreren van recreatie en bestemmingsmanagement als essentieel onderdeel van de leefomgeving”) vanuit programma 8.
- Programma Bodem, water, milieu. De begrote lasten zijn in 2024 hoger voor de uitvoering van het Programma Mooie en veilige dijken. Daarnaast een hogere bijdrage in 2024 t.o.v. de jaarrekening van 2022 aan de RUD. Ten slotte worden voor bodemdaling naar verwachting omvangrijke projecten uitgevoerd.
- Programma Landelijk gebied In de kadernota van 2023 –2026 is aan strategisch bosbeleid een impuls gegeven in 2023 en zo ook voor gemeenschappelijk landbouwbeleid. Conform de kadernota zijn deze bedragen gecorrigeerd in 2023, wat het verschil ten opzichte van de rekening 2022 verklaart.
De Begroting 2024 kent een batensaldo dat circa € 82,7 miljoen lager is dan de realisatie in de Jaarrekening 2022. De belangrijkste verklaring voor deze afname is de bijdrage van het Rijk betreffende de Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar vervoer in 2022, bedoeld voor de vervoerbedrijven in verband met de gevolgen van de Covid-19 pandemie. Tevens zijn in 2022 diverse specifieke uitkeringen van het Rijk opgenomen die betrekking hebben op bestedingen in 2022.