Hoofdstuk 1 - De begroting op hoofdlijnen

1.4 Financiële hoofdlijnen

Deze paragraaf start met een samenvattende tabel waarin inzicht wordt gegeven in de financiële ontwikkeling van de begroting 2024 en het bijbehorende meerjarenperspectief 2025-2027. In deze tabel zijn de financiële ontwikkelingen gegroepeerd. De tabel start met "Saldo Kaderbrief 2024-2027", gevolgd door de "Wijzigingen Zomernota 2023". Dit leidt tot de beginstand van de begroting 2024. Hierin zijn ook de administratieve wijzigingen verwerkt. Daarna volgen de autonome ontwikkelingen en beleidsmatige bijstellingen in de begroting zelf. Onder de tabel is per onderdeel een toelichting opgenomen.

Financieel meerjarenoverzicht

     Incidenteel

     Structureel

Stand begroting

2024

2025

2026

2027

2024

2025

2026

2027

Saldo Kaderbrief 2024-2027

-3.105

-10.926

-6.234

10.368

29.648

49.961

43.132

23.228

Effecten meicirculaire 2023

1.612

0

0

0

-1.348

-1.572

405

7.290

Wijzigingen Zomernota 2023

-1.464

-777

0

0

245

245

253

253

Beginstand begroting 2024

-2.958

-11.703

-6.234

10.368

28.548

48.634

43.790

30.771

Bijstelling op bovenstaand saldo

Autonome ontwikkelingen

-4.000

0

0

-158

-624

-4.352

-3.168

158

Beleidsmatige wijzigingen

0

0

0

0

-100

-100

-100

-100

Administratieve wijzigingen

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal bijstellingen

-4.000

0

0

-158

-724

-4.452

-3.268

58

Saldo begroting 2024 I/S

-6.958

-11.703

-6.234

10.210

27.824

44.182

40.522

30.829

Saldo begroting 2024

20.867

32.479

34.288

41.039

Toelichting op aanvullende financiële voorstellen na de Kaderbrief 2024-2027

Saldo Kaderbrief 2024-2027
De door uw Staten in juni 2023 vastgestelde Kaderbrief 2024-2027 vormt het startpunt voor de verwerking in de begroting 2024. In de Kaderbrief zijn de voorstellen per programma opgenomen. Voor de inhoud en toelichting van de diverse onderdelen, zoals de voorstellen per programma, verwijzen wij u naar de Kaderbrief 2024-2027 .

Effecten meicirculaire 2023 en actualisatie opbrengsten motorrijtuigenbelasting
De structurele bijstelling van het accres in de meicirculaire 2023 en de actualisatie van de opbrengsten Motorrijtuigenbelasting (MRB) zijn vanaf 2024 financieel verwerkt in de primitieve begroting 2024. Hierover is uw Staten in juni geïnformeerd door middel van een Statenbrief.

Zomernota 2023
In de Zomernota 2023 zijn enkele meerjarige bijstellingen opgenomen. Voor een overzicht en toelichting van de diverse meerjarige bijstellingen verwijzen wij u naar de Zomernota 2023 , paragraaf 2.2.

Beginstand begroting 2024
Het begrotingssaldo uit de Kaderbrief 2024-2027 en de meerjarige bijstellingen uit de Zomernota 2023 vormen de beginstand van de begroting 2024 en het meerjarenperspectief 2025-2027. Hierna worden  ontwikkelingen toegelicht die incidenteel en/of structureel een financieel effect hebben op het begrotingssaldo. Dit zijn autonome en beleidsmatige ontwikkelingen.

Autonome ontwikkelingen

Naam bijstelling

     Incidenteel

      Structureel

2024

2025

2026

2027

2024

2025

2026

2027

Bijstelling opbrengst motorrijtuigenbelasting

0

0

0

0

1.052

-4.324

698

698

Gestegen energielasten

0

0

0

0

-3.715

0

0

0

Kapitaallasten MIP 2024 Kaderbrief 2024

0

0

0

0

0

0

-3.326

0

Kapitaallasten MIP Begroting 2024

0

0

0

-158

842

275

-237

-237

MOP 2024 Mobiliteit

-4.000

0

0

0

-1.946

-1.946

-1.946

-1.946

RUD bijdrage en bijdrage OD NZKG vanaf 2024

0

0

0

0

-857

-857

-857

-857

Vrijval stelpost stijging MOP en Energie (uit Kaderbrief 2024)

0

0

0

0

4.000

2.500

2.500

2.500

Totaal autonome ontwikkelingen

-4.000

0

0

-158

-624

-4.352

-3.168

158

Toelichting autonome ontwikkelingen

Bijstelling opbrengst motorrijtuigenbelasting

De opbrengst motorrijtuigenbelasting is ten opzichte van de raming vanuit de meicirculaire 2023 bijsteld. De jaren 2024, 2026 en 2027 is een technische bijstelling. In 2025 is de opbrengst van zuinige auto's naar beneden bijgesteld. De grondslag voor de motorrijtuigenbelasting 2025 van zuinige (electrisch/hybride) is 25%. In de begroting was rekening gehouden met een grondslag van 75%. Vooralsnog is de lijn van het Rijk dat er voor 2025 geen compensatie zal plaatsvinden.

Gestegen energielasten

In 2023 zijn de energielasten (elektra) enorm gestegen. Het tekort wat daardoor onstond is incidenteel in de Zomernota 2023 gerepareerd. Ook in 2024 zullen de energielasten nog hoger zijn dan structureel opgenomen in de begroting. Op dit moment is de verwachting dat de prijs in 2024 ongeveer tweederde van de prijs uit 2023 zal bedragen. Totaal bedraagt de verwachte stijging € 3,715 mln. in 2024. Omdat de verwachtingen vanaf 2025 onzeker zijn, wordt de verhoging niet structureel verwerkt. Voor 2025 zal er opnieuw gekeken worden naar de actuele situatie, waarbij dan ook gekeken gaat worden naar de opbrengsten van de verduurzaming van het provinciaal vastgoed. Wel wordt de stelpost van € 1,5 miljoen vanaf 2025 nog aangehouden.

Kapitaallasten MIP 2024 Kaderbrief 2024

Bij de verwerking van het Meerjaren investeringsplan (MIP) 2024 Mobiliteit zijn mutaties in de jaarschijf 2026 niet goed verwerkt. Hierdoor is het saldo van de begroting in 2026 € 3.326.000 te hoog en het kapitaallastenplafond te laag. Met deze mutatie wordt dit gecorrigeerd.

Kapitaallasten MIP Begroting 2024

Overeenkomstig de Nota investeren wordt bij de begroting een geactualiseerd Meerjaren investeringsplan (MIP) Mobiliteit vastgesteld. Vanuit dit MIP zijn de kapitaallasten berekend voor de jaren 2024-2027. De bijstelling is de mutatie ten opzichte van het MIP Mobiliteit bij de Kaderbrief 2024.

MOP 2024 Mobiliteit

Bij de begroting 2024 wordt naast het het Meerjaren investeringsplan (MIP) ook een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) Mobiliteit vastgesteld. De budgetbehoefte voor vast en variabel onderhoud voor Wegen is in de nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2021 vastgesteld. Hierbij is geen rekening gehouden met indexatie. Normaal gesproken zijn er bij de uitvoering van het onderhoud plussen en minnen en kunnen de effecten van prijsstijgingen hierdoor binnen het totale onderhoudsprogramma worden opgevangen. Met de huidige forse prijsstijgingen is dit echter niet meer het geval. Uit de toepassing van de vastgestelde uitgangspunten en financiële spelregels voor het beheer en onderhoud volgt er een financieel tekort. Dit bleek ook al bij de begroting 2023, waarin een eenmalige aanvulling van de reserve beheer en onderhoud met € 3 mln. is opgenomen. Bij Kaderbrief 2024 is onder de Algemene middelen een stelpost opgenomen van € 2,5 miljoen. Gebaseerd op het MOP wordt het budget voor vast onderhoud verhoogd met € 1,946 miljoen. Voor het variabel onderhoud wordt een aanvullende storting in de reserve Onderhoud beheer en onderhoud gedaan van € 4 miljoen. Bij het Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 en de Kadernota 2025 komen wij met een voorstel hoe om te gaan met de uitgangspunten en financiële spelregels en eventuele aanpassing daarvan. Dit zodat er voldoende structureel budget beschikbaar is voor het beheer en onderhoud binnen de vastgestelde kaders.

RUD bijdrage en bijdrage OD NZKG vanaf 2024

In juni 2023 is uw Staten in de commissie BEM geïnformeerd over de ontwerpbegroting 2024 van de RUD. Het financieel effect is door de stijgende kosten van de RUD groter dan rekening gehouden in de stelpost voor loon- en prijsstijging van de Kaderbrief 2024. De vergunnings- toezicht en handhavingsactiviteiten (VTH) worden naast de RUD ook uitgevoerd door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG). De tarieven van deze diensten zijn ook gestegen en opgenomen in de bijstelling van de begroting.

Vrijval stelpost stijging MOP en Energie (uit Kaderbrief 2024)

In de Kaderbrief 2024 is een stelpost opgenomen van € 4 miljoen voor verwachte stijging van onderhoudslasten en voor uitwerking van de Kaderbrief 2024.
De stelpost wordt vanaf 2024 structureel verlaagd met € 2,5 miljoen vanwege de stijging onderhoudslasten MOP en in 2024 met € 1,5 miljoen vanwege stijging energielasten.

Beleidsmatige ontwikkelingen

Naam bijstelling

     Incidenteel

     Structureel

2024

2025

2026

2027

2024

2025

2026

2027

Motie 28 Leren van Archeologen

0

0

0

0

-100

-100

-100

-100

Totaal beleidsmatige ontwikkelingen

0

0

0

0

-100

-100

-100

-100

Toelichting beleidsmatige ontwikkelingen

Motie 28 Leren van Archeologen

Op 28 juni hebben de Provinciale Staten van Utrecht ingestemd met het voorstel uit Motie 28 'Leren van Archeologen' om €100.000 aan het budget toe te voegen. Deze extra middelen zullen worden gebruikt om het publieksbereik van de Utrechtse archeologie te vergroten en de betrokkenheid van jonge inwoners bij archeologische projecten te stimuleren.

Saldo begroting
De begroting 2024 sluit na de autonome en beleidsmatige ontwikkelingen met een positief saldo van € 20,867 miljoen. In het meerjarenperspectief sluit 2025 met een positief saldo van € 32,479 miljoen, 2026 met een positief saldo van € 34,288 miljoen en 2027 met een positief saldo van € 41,039 miljoen. Deze genoemde bedragen zijn exclusief de mutaties vanuit het coalitieakkoord 2023-2027.

Verrekening begrotingssaldo met saldoreserve
Anders dan voorgaande jaren wordt voorgesteld om de geraamde voordelige saldi van de jaren 2024-2027 niet toe te voegen aan de Saldireserve. De overweging hierbij is dat het coalitieakkoord nog een beslag gaat leggen op de in deze begroting gepresenteerde meerjarig voordelige saldi. Het nu storten van de saldi in de Saldireserve zou een vertekend beeld schetsen van de omvang van deze reserve, omdat er bij de financiële uitwerking van het coalitieakkoord dan weer moet worden onttrokken.

In paragraaf 1.4.3 is een overzicht opgenomen met het verloop van de Saldireserve. Hierin zijn onttrekkingen opgenomen gebaseerd op al door u genomen besluiten, inclusief de onttrekkingen opgenomen in de Kaderbrief 2024-2027. Het geprognosticeerde nadelig begrotingssaldo uit de Zomernota 2023 van € 5,242 miljoen is hier nog niet in opgenomen.

De Saldireserve is naar verwachting eind 2027 € 124 miljoen. De algemene reserve bestaat, naast de Saldireserve, uit de reserve Weerstandsvermogen die eind 2027 op basis van de huidige inschattingen € 45 miljoen is. De algemene reserve bedraagt naar huidige verwachting eind 2027 dus € 169 miljoen.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 16:37:03 met de export van 11/07/2023 16:28:32