De provincie werkt aan het behouden en versterken van natuur en landschap (biodiversiteit), stimuleert duurzame en economisch rendabele landbouw en zet zich in voor een vitaal en (be)leefbaar landelijk gebied. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft een grote impact op de transitie van het landelijk gebied van de provincie Utrecht en heeft invloed op meerdere onderdelen van het begrotingsprogramma Landelijk Gebied en andere begrotingsprogramma's. Uitvoering Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) Het Rijk heeft in de zomer van 2022 de startnotitie NPLG gepubliceerd. Samen met aanvullende brieven geeft het Rijk inzicht in de opgaven voor het landelijk gebied. De provincie Utrecht werkt deze uit en heeft in de eerste helft van 2023 een startnotitie, koersdocument en een UPLG 1.0 opgesteld die begin juli aan het rijk is gestuurd. Het UPLG is de Utrechtse uitwerking van de startnotitie NPLG en aanvullende brieven. Het betreft een eerste concept dat in overleg met het Rijk en de gebiedspartijen aangescherpt zal worden tot een versie die naar verwachting begin 2024 door GS en PS kan worden vastgesteld. Het UPLG 1.0 geeft aan wat de verschillende opgaven zijn en hoe deze gebiedsgericht nader ingevuld kunnen worden. Het is aan de deelgebieden om het hoe en waar nader in te vullen om de provinciale opgaven integraal te kunnen realiseren. Het UPLG 1.0 doet voor een bedrag van ca. 3,8 miljard aanspraak op de transitiegelden met daarbij een ruime marge vanwege de vele onzekerheden die met het programma samenhangen. Vanaf 2024 zal op basis van gebiedsagenda’s de uitvoering van het UPLG starten wat naar verwachting meerdere jaren in beslag gaat nemen. Samenwerking met gebiedspartijen is daarin cruciaal, zeker wat betreft de agrarische sector. Helaas is het Landbouwakkoord gesneuveld en het kabinet gevallen waardoor de invoering van eerder aangekondigde generieke maatregelen gericht op de transitie van het landelijk gebied vertraagd dreigt te worden. De provincie onderzoekt op welke manier zij door eigen beleid de transitie vorm kan geven, waarbij het hebben van een grondbank waarschijnlijk een belangrijke succesfactor zal zijn. De provincie werkt tevens aan het vlottrekken van de vergunningverlening en in samenwerking met het Rijk aan het legaliseren van de PAS melders. Het Rijk heeft hierin de primaire verantwoordelijkheid. Op basis van de natuurdoelanalyses zal ingezet worden op natuurherstel om op termijn de gunstige staat van instandhouding te kunnen bereiken. De uitvoeringsorganisatie landelijk gebied wordt in 2024 verder opgezet en geïmplementeerd. In deze organisatie zullen de verschillende provinciale opgaven uit het landelijk gebied worden vertaald naar uitvoering. Er is een nauwe samenhang tussen het UPLG en het in november 2023 bij het Rijk ingediende ruimtelijke voorstel (zie 1.1.4). Het ruimtelijk voorstel biedt zicht op wat in het provinciale grondgebied ruimtelijk mogelijk en realiseerbaar is als de nationale met decentrale opgaven worden gecombineerd. Het UPLG is onderdeel van het ruimtelijk voorstel. |