De reserve weerstandsvermogen in relatie tot het benodigd weerstandsvermogen wordt volgens de Kernnota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2020 op de volgende wijze berekend:
€ 45,0 miljoen / € 26,7 miljoen = 1,7
De conclusie is hierbij dat de omvang van de reserve weerstandsvermogen ‘‘gezond’’ is (ratio > 1,4).
Het verloop van de ratio weerstandsvermogen in relatie met de weerstandscapaciteit is in onderstaande tabel weergegeven:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Begroting | 1,4 | 1,9 | 1,9 | 1,7 | 1,7 |
Jaarrekening | 1,8 | 1,9 | 1,9 |
De reserve weerstandsvermogen wordt aan het einde van het kalenderjaar afgeroomd of aangevuld tot afgerond € 45 miljoen. Of tot het dichtstbijzijnde lagere of hogere bedrag om te voldoen aan de bandbreedte, zodat de ratio weerstandsvermogen tussen de 1,4 en 2,0 ligt. Gezien de ratio van 1,7 is de hoogte van de reserve voldoende en blijft deze € 45 miljoen.