3.3 Onderhoud kapitaalgoederen

De werkelijke kosten voor het variabele beheer en onderhoud fluctueren jaarlijks. De jaarlijkse onderhoudskosten worden inzichtelijk gemaakt in het MOP. Het MOP is de begroting voor het onderhoud van de provinciale infrastructuur van wegen, vaarwegen en openbaarvervoerassets. In het MOP 2024 zijn onderstaande onderhoudskosten voor de ov-assets begroot:  

2023  
Ten opzichte van het MOP 2023 nemen de vaste kosten voor het beheer en onderhoud van de OV-assets toe met € 3.353.000. Dat is het gevolg van:

• De energielasten stijgen met € 2.185.000 ten opzichte van het originele MOP 2023. Dit is gebaseerd op de verwachte energieprijs 2024 van het moment van opstellen MOP. De werkelijke energieprijs 2024 wordt eind december 2023 vastgesteld.
• Om in te kunnen spelen op calamiteiten en om te voldoen aan de veiligheidsnormen is er € 280.000 extra begroot voor werkzaamheden i.v.m. Safetymanagement
• In 2023 wordt P&R Breukelen in gebruik genomen, voor beheer en onderhoud is € 211.000 opgenomen.
• Daarnaast zijn er meer vaste kosten gemoeid met het onderhoud van de trams en trambaan door indexering van het onderhoudscontract, hogere kosten voor verzekeringen en de kosten die gemoeid zijn met het (data)communicatiesysteem

De genoemde kostenverhogingen zijn het gevolg van recente ontwikkelingen en zijn daarom niet opgenomen in de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2021. Als gevolg daarvan is voor de komende jaren een structurele overschrijding van de geraamde vaste onderhoudskosten in de Nota Kapitaalgoederen te zien. Bij de begroting 2024 wordt voorgesteld om het budget incidenteel te verhogen met € 2,185 mln. als gevolg van de gestegen energieprijzen. De ontwikkeling van de energieprijzen is nog steeds zeer volatiel en dus lastig te voorspellen. In het MOP is deze stijging structureel opgenomen. Mocht het zo zijn dat de prijsstijging van de energie inderdaad structureel is, dan is hier in de begroting nog geen rekening mee gehouden. Voor de overige stijgingen is het voorstel om het budget voor vast onderhoud structureel met € 1,168 mln. te verhogen. Het vast onderhoud wordt uit de structureel beschikbare middelen gedekt.

Het variabele onderhoud is voor jaarschijf 2024 opgenomen conform het MOP 2024. Bij de vertaling naar de begroting 2024 wordt daarbij, zoals in de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit is aangegeven, bij het variabel onderhoud rekening gehouden met een vertragingsfactor van 80%. Voor de jaarschijven 2025-2027 is ervoor gekozen om het beschikbare budget op te nemen. Dit heeft als voordeel dat dit een stabiel beeld geeft van de financiële ontwikkeling, terwijl het MOP grote fluctuatie geeft en in de toekomstige jaren nog vele onzekerheden bevat.

Het verschil tussen de beschikbare middelen voor het variabele onderhoud en het werkelijk variabele onderhoud conform het MOP wordt met de reserve Beheer en onderhoud OV Assets verrekend. Omdat in de begroting voor de jaren 2025-2027 wordt uitgegaan van de beschikbare middelen is er geen mutatie in de reserve.

In onderstaande tabel is de vertaling van het MOP openbaar vervoer naar de begroting 2024 weergegeven. Deze kosten worden in de programmabegroting gedekt uit het budget voor materiële lasten van beleidsdoel 6.1 OV-reizigers zijn tevreden.

Op de openbaar vervoer assets zijn er ook baten, vooral uit de verhuur van de trams aan de concessiehouder (€ 9,9 miljoen), de rijksbijdrage (€ 5,1 miljoen) en huur- en servicekosten van de gebouwen (€ 2,1 miljoen).